Roeland is van zo veel markten thuis, dat je bijna geen onderwerp kunt aansnijden of hij heeft er wel mee te maken gehad. In werk, in besturen, in hobby’s, in zaken waar hij bij betrokken is. Van het speciaal onderwijs, waar hij jaren als docent gewerkt heeft, via Euregio naar zijn portefeuilles in de Provinciale Staten: energie en asbest. Hij heeft jarenlange ervaring in de gemeenteraad van Hengelo, waar hij wisselende portefeuilles heeft gehad, diverse functies in besturen, commissies en fracties. Deze brachten hem bij de laatste Provinciale Staten- verkiezingen een positie als Staten-lid voor de provincie Overijssel. Hij is daar inmiddels goed op dreef, heeft een heerlijk team waar hij graag mee samenwerkt, kan met iedereen overweg, heeft zijn visie kunnen neerzetten, zijn netwerk kunnen opbouwen en kan niet wachten om nog een termijn in de provincie verder te mogen, zodat hij zijn opgebouwde netwerken nog beter kan gaan benutten. De Provincie is toch wel een ander verhaal dan de gemeente, geeft hij zelf toe. De Provincie ligt hem goed, het gaat over bredere zaken, hij kan zijn kracht en persoonlijkheid beter inzetten. Hij heeft hele concrete ideeën om de diverse onderwerpen aan te pakken, maar blijft open staan voor nieuwe ideeën en innovaties. Energie is daarin natuurlijk ook een onderwerp dat hoog op de politieke agenda staat en waarbij dagelijks geïnnoveerd wordt.
Hij heeft enorm veel kennis, deelt deze graag, maar is ook heel erg geïnteresseerd in de ervaring en kennis van de mensen waar hij mee te maken heeft. Of dit nu een burgemeester is of een boer uit een klein dorp: Roeland vindt dat hij van iedereen wat kan leren. Dit kenmerkt hem als mens wat hij ook meeneemt in zijn manier van werken in de politiek.
Zijn belangrijkste portefeuilles van energiebronnen en asbest klinken misschien saai zo op het eerste gezicht, maar met de visie van Roeland kun je niet anders dan er ook gepassioneerd door raken. Roeland is pragmatisch, wil af van geneuzel- regeltjes. Regels zijn belangrijk en dan moet je ook handhaven, maar hoe meer regeltjes je krijgt, hoe slechter je kunt handhaven. Daarom is hij een fel tegenstander van regeltjes en bureaucratie. Dit wil hij terugdringen. Hij wil sneller kunnen werken. Hij wil dat als burgers met een goed idee komen zij ondersteuning krijgen. Niet in de zin van een subsidie, maar eerder in de vorm van een lening, maar nog meer in praktische ondersteuning. Roeland vindt dit contact met mensen die ideeën hebben heel belangrijk. Hierbij komt zijn al eerder genoemde kwaliteit naar voren: van iedereen kun je wat leren. Hij heeft de meest bijzondere ideeën gehoord, waar het gaat om energiebronnen bijvoorbeeld. Nuttige en waardeloze. Maar ieder contact zet hem aan het denken en dat vindt Roeland zo belangrijk. Denk na, onderzoek, weeg af en neem dan pas een beslissing. En niet alleen over energie, maar eigenlijk over alles wat hij in zijn leven tegenkomt. Dat is Roeland ten voeten uit: eerst zelf nadenken, alle feiten zo goed mogelijk leren kennen en dan een besluit nemen, gebaseerd op je eigen onderzoek en niet omdat iemand anders dit gezegd heeft.
Dit maakt Roeland tot een uitstekend Provinciale Staten- lid. Iemand met ervaring, maar waar de ervaring hem niet murw gemaakt heeft en hem niet een air gegeven heeft van ‘ik weet het wel, want ik loop al een tijdje mee’. Nee, deze ervaring noemt hij een verrijking, heeft hem wijs gemaakt, maar ieder contact dat hij heeft met willekeurig welke burger dan ook is voor hem een verrijking. Wie weet kan diegene hem wel verder op weg helpen, kan hij of zij hem wel verfrissende ideeën of innovaties brengen. Waarom zelf steeds het wiel opnieuw uitvinden i.p.v. gebruik maken van wat anderen al doen of weten.
'Als Provinciale Staten heb je de belangrijkste taak om je bij alles af te vragen waar dit onderwerp thuis hoort.' - Roeland Fens
Roeland noemt zichzelf twee dingen: een generalist een een bruggenbouwer. In zijn functie als Provinciale Staten-lid kan hij deze twee karaktereigenschappen heel goed inzetten. Hij ziet de Provinciale Staten als een soort intermediair tussen gemeentes en overheid en juist als bruggenbouwer vindt hij zichzelf daar op zijn plek. Zijn liberale VVD- overtuiging maakt dat hij een visie ontwikkeld heeft, die zich het beste laat omschrijven als: de burger moet het eerst zelf proberen. Kom je er niet zelf uit, dan ga je een organisatie zoeken die je kan helpen. Kom je er daar niet mee uit, is je volgende stap de gemeente en komt de gemeente er niet uit kan de Provincie de volgende stap zijn. Maar hij is hierin ook heel stellig: als Provinciale Staten heb je de belangrijkste taak om je bij alles af te vragen waar dit onderwerp thuis hoort. Hoort het bij de burger? Hoort het bij de landelijke overheid, hoort het bij de gemeente of is dit inderdaad een Provincie-ding? En jezelf continu die vraag stellen, houdt je scherp en dat is nou precies wat Roeland goed ligt. Zijn leerlingen in het (speciaal) onderwijs heeft hij dit ook altijd meegegeven: neem niet alles klakkeloos aan wat je hoort, ook niet van mij. Maar onderzoek zelf of het klopt en of het je past. Een geweldige levensovertuiging die in de politiek van levensbelang is. Dit heeft hem ook een generalist gemaakt. Doordat hij van zoveel dingen wat wil weten en zo veel vragen heeft gesteld, weet hij van heel veel zaken wat af. Hij kan hierdoor ook met mensen uit allerlei lagen en allerlei branches werken. Iedereen heeft elkaar wel wat te brengen.
Voor Roeland is het in de Provincie erg belangrijk dat er een goede regionale spreiding is. De grote steden moeten goed vertegenwoordigd worden, maar net zo goed de kleinste gemeenten van Overijssel. Dus zowel de drie grote steden van Twente: Enschede, Hengelo en Almelo, maar uiteraard ook de andere grote steden als Zwolle en Deventer. En ook de kleine gemeenten verspreid over de hele provincie moeten een stem krijgen. Hij noemt zelf bijvoorbeeld het plaatsje Tuk. Roeland vindt het belangrijk dat er zo’n breed gedragen regionale spreiding is, want zelfs als je het hebt over de steden heeft iedere stad haar eigen problematiek, die ieder hun eigen aanpak en aandacht nodig hebben. Door zijn vele contacten is Roeland in staat om met al deze verschillende soorten van aandachtspunten om te gaan. Wat dat betreft kunnen we wel concluderen dat de provincie Overijssel mogelijk de meest diverse provincie van Nederland is, met bijbehorende diversiteit aan onderwerpen. En daarnaast nog de contacten die noodzakelijk zijn met de omliggende provincies, maar ook zeker niet te vergeten Duitsland. Roeland heeft met zijn ervaring in Euregio contacten en kennis die van onschatbare waarde is en zeer bruikbaar.
Roeland is trots op wat hij tot nog toe heeft mogen doen en is er zeker nog niet klaar voor om de Provinciale Staten vaarwel te zeggen. Hij voelt zich beter dan ooit, is goed op stoom en een volgende termijn in de Provinciale Staten zou voor hem een eer maar ook een logische stap zijn. Hij is daar hij volledig klaar voor en het werk dat hij tot nog toe gedaan heeft is nog maar een voorbode van wat hij in petto heeft en wil gaan bereiken.